Persbericht Knoops’ advocaten inzake Julio Poch: eerste reactie op conclusies Commissie Machielse
De heer Poch heeft met verbazing kennis genomen van het rapport dat vandaag is uitgebracht door de commissie onder leiding van prof. Machielse, die op verzoek van de Minister van Justitie en Veiligheid onderzoek heeft verricht naar het dossier van onze cliënt de heer J.A. Poch.
Als raadslieden van de heer Poch benadrukken wij allereerst dat dit onderzoek geheel los staat van de civielrechtelijke procedure die namens de heer Poch al in 2018 is opgestart wegens onrechtmatig overheidsoptreden. Als gevolg van het door de Minister ingestelde onderzoek is de informatievoorziening in deze zaak twee jaar lang tot stilstand gebracht. Met verwijzing naar het door de Minister ingestelde onderzoek werd zelfs de Tweede Kamer stukken onthouden waar zij expliciet en met ruime meerderheid om had verzocht.
Tot op heden is ons geen enkel inzicht geboden in welke stukken aan de Commissie zijn verstrekt en welke onderzoeksmethode is gehanteerd. Namens de heer Poch is er van meet af aan voor gewaarschuwd dat dit onderzoek – waar behalve de Minister niemand om gevraagd heeft – een rechtstreekse doorkruising zou kunnen betekenen voor de lopende rechtszaak.
Deze zorgen zijn met het uitbrengen van dit rapport bewaarheid geworden, nu moet worden vastgesteld dat de Commissie de onderzoeksopdracht van de Minister, (Kamerstukken II, 2018-19, aanhangsel 1706) te buiten is gegaan door zich niet alleen uit te laten over de compleetheid van het dossier en de feitelijke gang van zaken rondom het opzetten van de Spanje-constructie, maar zelfs (ongevraagd) over de rechtmatigheid van het optreden van het OM. Een dergelijk juridisch oordeel dient in een rechtsstaat niet aan een ambtelijke commissie, maar aan een onafhankelijke rechter te zijn voorbehouden, in het kader van een openbaar, transparant en eerlijk proces.
Daar komt bij dat het rapport meerdere elementen bevat die aantoonbaar onjuist en/of onbegrijpelijk zijn. Een aantal voorbeelden hiervan is:
- Hoewel de Commissie in haar rapport de noodzaak om de zaak grondig te onderzoeken benadrukt, gaat zij er volstrekt aan voorbij dat het Nederlandse opsporingsonderzoek uit weinig meer bestond dan het tweemaal horen van één en dezelfde hearsay-getuige. Een deugdelijk opsporingsonderzoek heeft nu juist nooit plaatsgevonden. Ook gaat de Commissie eraan voorbij dat in het rechtshulpverzoek van het Nederlandse OM van juli 2008 aan Argentinië deze hearsay-getuige onjuist en misleidend is geciteerd en het juist dit rechtshulpverzoek is geweest waardoor de heer Poch (die tot dan toe volstrekt onbekend was in relatie tot het ESMA-proces) voorwerp van onderzoek werd in Argentinië;
- Nederland had wel degelijk een juridische mogelijkheid om te kiezen voor berechting in Nederland, gelet op de ruime rechtsmacht die Nederland toekwam op grond van de Wet internationale misdrijven. Niets had voor het Nederlandse OM in de weg gestaan aan een deugdelijk onderzoek met het oog op eventuele berechting in Nederland;
- Uit de recente getuigenverhoren bij de rechtbank Rotterdam is eens temeer gebleken dat het verstrekken van de vluchtgegevens van de heer Poch tot doel had om een (door het Verdrag verboden) uitlevering te bewerkstelligen. Deze Spanje-constructie was bovendien door Nederland zelf voorgesteld aan Argentinië, zo blijkt uit meerdere bewijsstukken. Daardoor is de heer Poch rechtsbescherming onthouden die in een uitleveringsprocedure aan iedere Nederlander toekomt. Dit klemt temeer nu ook de Commissie klaarblijkelijk aanneemt dat zich in Argentinië ‘het’ bewijsmateriaal tegen de heer Poch zou hebben bevonden, hetgeen volstrekt onjuist is gebleken;
- Het gevolg geven aan het verzoek tot het verstrekken van de vluchtgegevens, die het OM via een anonieme getuige zou hebben gekregen, werd door het Ministerie niet gezien als een verplichting (en was bovendien geen verplichting), maar was juist ingegeven door een politieke belangen- en risicoafweging. Dit volgt ook uit de analyses van meerdere (strafrechts-)deskundigen;
- De heer Poch beschikt over (notariële) verklaringen waaruit blijkt dat de Minister, anders dan de Commissie stelt, wel degelijk persoonlijk aanwijzingen had gegeven in het kader van het opsporingsonderzoek;
- De Commissie laat zich voorstaan op een zogenaamde uitgebreide feitenreconstructie. Echter: vastgesteld moet worden dat de heer Poch noch zijn advocaten ooit door de Commissie zijn benaderd met het verzoek om stukken of het verzoek om de heer Poch te ondervragen, dit terwijl wij beschikken over cruciale bewijsmiddelen die wel degelijk het onrechtmatig karakter van het handelen van de Nederlandse Staat aantonen.
Nu een oordeel over de rechtmatigheid van het overheidsoptreden in een rechtsstaat enkel en alleen dient te worden uitgesproken door de rechter, zal de juridische procedure tegen de Nederlandse Staat onverkort worden doorgezet totdat recht is geschied voor Julio Poch.
Knoops’ advocaten
Amsterdam, 1 februari 2021
G.G.J.A. Knoops
P. van der Vegt
C.J. Knoops-Hamburger