Eindelijk vrijspraak in de ‘Showbizz-moord’
Vandaag heeft het Gerechtshof Den Haag Martien Hunnik 33 jaar na zijn veroordeling voor de spraakmakende ‘Showbizz’-moord vrijgesproken in herziening.
Martien Hunnik werd in 1983 door de rechtbank Amsterdam veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf en TBS (toen nog TBR) voor doodslag op platenbaas Bart van der Laar in 1981. In 1984 werd dit vonnis door het Gerechtshof Amsterdam bevestigd. De veroordeling was louter gebaseerd op de bekennende verklaringen die destijds door hem onder druk van de politie werden afgelegd. De intrekking van die verklaringen – twee maanden later – werd door de politie en de rechters als leugenachtig beschouwd.
Vanaf het moment waarop hij veroordeeld werd, heeft Martien Hunnik een strijd gevoerd om zijn onschuld aan te tonen. Vanaf 1998 heeft hij het Openbaar Ministerie en het Gerechtshof vele malen verzocht om inzage in zijn dossier. Jarenlang kreeg hij louter inzage in een beperkt aantal stukken. In 2011 heeft hij de hulp van het Knoops’ Innocence Project ingeroepen. Na vele verzoeken vanuit ons project kwam er eind 2012 aan het licht dat het Openbaar Ministerie al in 2002 informatie had ontvangen over de werkelijke daders van het delict. Na een uitgebreide analyse van het dossier door de Politie Gooi en Vechtstreek werd in 2004 een rapportage opgesteld waaruit is gebleken dat Martien Hunnik onschuldig is en dat anderen verantwoordelijk zijn voor de dood van Bart van der Laar. Om de privacy van de vermoedelijke daders te beschermen had het Openbaar Ministerie deze resultaten niet eerder naar buiten gebracht of gedeeld met Martien Hunnik.
Het bekend worden van dit rapport was voor het Knoops’ Innocence Project aanleiding om in 2013 een verzoek tot nader onderzoek in te dienen bij de procureur-generaal van de Hoge Raad der Nederlanden. In opdracht van de procureur-generaal werd in 2014 een nieuw politieonderzoek uitgevoerd en de conclusie van dit onderzoek luidde ook dat Martien Hunnik onschuldig is. Op grond van deze resultaten en de resultaten van het eigen onderzoek van het Knoops’ Innocence Project werd door ons een herzieningsverzoek ingediend bij de Hoge Raad der Nederlanden. Na een tussenarrest en een nieuw onderzoek naar de psychische gesteldheid van Martien Hunnik volgde op 26 mei 2015 het arrest van de Hoge Raad waarin het herzieningsverzoek gegrond werd verklaard en de zaak werd terugverwezen naar het Gerechtshof Den Haag.
Op 30 en 31 mei jl. werd de zaak van Martien Hunnik in herziening behandeld door het Gerechtshof. Tijdens het voorhouden van de zaak maakte de advocaat-generaal al bekend dat het Openbaar Ministerie ook om vrijspraak zou vragen. Het Knoops’ Innocence Project heeft in haar pleidooi uitvoerig betoogd dat de verklaringen die destijds door hem zijn afgelegd vals zijn geweest. Bij Martien Hunnik was destijds sprake van een hoge mate van suggestibiliteit waardoor hij uiteindelijk onder druk van de politie een bekentenis heeft afgelegd. Dat die bekentenis vals was, is ook gebleken uit het feit dat hij een sluitend alibi had voor het tijdstip van het delict en uit het feit dat de inhoud van zijn verklaring niet voortkwam uit daderkennis, maar uit de mediaberichten die hij over het delict had gelezen. Bovendien was uit de rapportage uit 2004 gebleken dat er een meer dan aannemelijk alternatief scenario is, waarin Martien Hunnik niet de dader is.
Het Gerechtshof Den Haag nam dit alles in overweging en oordeelde dat er destijds inderdaad sprake is geweest van een valse bekentenis en dat bovendien het alternatieve scenario waarin Martien Hunnik niet de dader is, meer aannemelijk is. Het Gerechtshof oordeelde dat Martien Hunniks destijds onterecht is veroordeeld en sprak hem vrij. Met deze uitspraak komt een einde aan de jarenlange strijd die Martien Hunnik, met hulp van het Knoops’ Innocence Project, heeft moeten voeren om zijn onschuld aan te tonen.