Toewijzing vergoeding kosten rechtsbijstand in Zambezi-zaak
Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba heeft op vrijdag 1 april 2016 de verzoeken tot vergoeding van de kosten voor rechtsbijstand nagenoeg in zijn geheel toegewezen aan de ex-politici Ramonsito Booi en Burney El Hage, alsmede de vrouw van El Hage.
De zogenaamde Zambezi-zaak betrof een grootschalig onderzoek naar onder meer omkoping en ambtelijke corruptie. Vorig jaar werden de drie door het Gemeenschappelijk Hof vrijgesproken van fraude en witwassen en werd het Openbaar Ministerie niet-ontvankelijk verklaard in haar vervolging wegens omkoping en ambtelijke corruptie. Het Gemeenschappelijk Hof bevestigde daarmee de eerdere uitspraken van het Gerecht in Eerste Aanleg. Het door de procureur-generaal ingestelde cassatieberoep tegen de niet-ontvankelijkheidsuitspraak werd op 3 november 2015 door de Hoge Raad verworpen.
In de schadevergoedingsprocedure, ex artikel 648 jo. 649 Sv BES, had het Openbaar Ministerie verzocht om afwijzing van de door Booi en de El Hages gevorderde vergoeding voor rechtsbijstand, maar is daarin nu door het Gemeenschappelijk Hof in het ongelijk gesteld. Het Gemeenschappelijk Hof overwoog dienaangaande onder meer dat de drie verzoekers verdachten zijn geweest in een zaak die veel publiciteit heeft gekregen en die geheel in het teken stond van mogelijke corruptie in de bestuurlijke top van Bonaire. Dat verzoekers de keuze hebben gemaakt zich te doen bijstaan door Knoops’ advocaten was volgens het Gemeenschappelijk Hof een gerechtvaardigde keuze.
Het Gemeenschappelijk Hof heeft geoordeeld dat het Booi en het echtpaar El Hage niet kan worden verweten of toegerekend dat zij kosten hebben moeten maken voor rechtsbijstand. Voor (ex-)politici ligt dat niet anders, aldus het Gemeenschappelijk Hof. Voorts werd overwogen dat verzoekers aan het onderzoek hebben meegewerkt en dat er geen momenten zijn aan te wijzen waarop Booi en het echtpaar El Hage de noodzaak van verder onderzoek aan zichzelf te wijten hadden.
Daarnaast is het Gemeenschappelijk Hof van oordeel dat de verzoeken voldoende zijn onderbouwd en dat de opgevoerde kosten niet als bovenmatig zijn aan te merken.
De zaak, die in totaal ruim zeven jaar heeft geduurd, heeft aanzienlijke gevolgen gehad voor Booi en het echtpaar El Hage. Naast de emotionele belasting heeft de strafvervolging een vernietigend, dan wel zeer negatief, effect gehad op de carrières van de drie. Zo verloor El Hage zijn aanstelling als adviseur van het kabinet Balkenende-IV vanwege de verdenking jegens hem.
De Nederlandse Staat is hiervoor aansprakelijk, aldus het team van Knoops’ advocaten, en de toewijzing van de vergoeding voor de kosten van rechtsbijstand is een eerste stap in de juiste richting.