Frontiers of Forensic Science – Death in Paradise – June 17th – 15:00-18:00
We hereby kindly invite you to attend the final Frontiers of Forensic Science (FFS) of the academic year 2021-2022.
This session will be unique as we have never focused on a single case and the role of forensic science from the defense perspective.
The title ‘Death in Paradise’ refers to an infamous case of a double murder in 2005 on the Caribbean island of Bonaire.
In this session, Carry and Geert-Jan Knoops of Knoops’ Advocaten will explain their efforts including the use of forensic science to overturn a double wrongful conviction.
They are assisted by Gerard de Haas and Jan Rooijakker who were involved in the investigation on behalf of the Public Prosecution Office and the Dutch Police.
This case illustrates the importance of convincing and reliable evidence in criminal law proceedings and the access of the defense council to forensic investigative methods.
If you want to attend this session, we kindly ask you to register using the following link:
As always, attending an FFS session is free of charge and we conclude with a social drink!
This Frontiers of Forensic Science session is offered to you by Knoops’ Advocaten, the CLHC and the Master’s Programme in Forensic Science of the University of Amsterdam.
We hope to welcome you on the 17th of June in Amsterdam!
With kind regards,
Carry Knoops, Geert-Jan Knoops
Knoops’ Advocaten
Knoops’ Innocence Project
Maurice Aalders, Arian van Asten
Co van Ledden Hulsebosch Center
University of Amsterdam
Yorike Hartman, Arian van Asten
Master’s Programme in Forensic Science
Institute for Interdisciplinary Studies
University of Amsterdam
Mooie recensie!
Mw. Lieneke Koornstra heeft een mooie recensie geschreven over het boek Operatie Raaf, klik op deze link om de recensie te lezen!
Read MoreNu in de boekhandel: Operatie Raaf!
Op maandag 11 april vond de boekpresentatie van het boek Operatie Raaf plaats bij Uitgeverij Balans, alwaar de heer Julio Poch één van de eerste exemplaren overhandigd kreeg.
Vanaf heden is de uiterst spannende reconstructie van de zaak-Poch verkrijgbaar in de boekhandel. In het boek doen Geert-Jan en Carry Knoops op indringende wijze verslag van de juridische strijd die zij jarenlang zowel achter de schermen als in de rechtszaal voerden. Wij wensen u veel leesplezier toe.
Read MorePublicatie prof. Knoops in International Studies Journal (ISJ)
Eind maart is Vol. 18, No. 3 (71), Winter 2022 van het International Studies Journal (ISJ) gepubliceerd.
Op pp. 53-66 treft u aan de publicatie van prof. Knoops, getiteld: “The Evidentiary Value of Social Media in International Criminal Proceedings”
Veel leesplezier!
Read MorePress release in the case of Mr Blé Goudé
Opened since 28 January 2016, the trial of the Prosecutor of the International Criminal Court against Mr. Charles Blé Goudé ended on 31 March 2021 with the confirmation of the 15 January 2019 decision, which acquitted the accused.
On the basis of Article 85 (3) of the Rome Statute, which provides that in exceptional circumstances, where the Court finds that a grave and manifest miscarriage of justice has occurred, the judges may, at their discretion, award compensation to an acquitted person after his detention, Mr. Charles Blé Goudé, after consultation with his lawyers, filed a request for compensation before the International Criminal Court (“ICC”) on 09 September 2021.
Mr. Charles Blé Goudé noted the numerous failures of the Office of the Prosecutor that have violated his fundamental rights. To this day, he continues to suffer the consequences of the violation of his human rights since, despite his acquittal, Mr. Charles Blé Goudé is forced to live outside his country as a stateless person.
In filing this compensation request before the ICC, Mr. Charles Blé Goudé knows very well that no financial compensation will ever be able to adequately compensate him for the heavy moral and psychological damage he suffered, as well as the years he spent unjustly in detention.
However, Mr. Charles Blé Goudé hopes that his case can serve as an example to call the Office of the Prosecutor of the ICC to greater responsibility; this linchpin of international justice, in the exercise of its mission, should not pursue pre-constructed cases, which are unconvincing, and not based on evidence.
Finally, Mr. Charles Blé Goudé promises that if the Court grants his request, he will use part of this compensation to help the victims of the post-election crisis in his country.
For further information, the defense of Mr. Charles Blé Goudé is at your complete disposal.
The Hague, 09 September 2021
G.G.J.A. Knoops, conseil principal
C.N. Kouadio, co-conseil
Persbericht namens brandweerman: verbod tot ontslag in verband met lidmaatschap Hells Angels
De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van heden in de zaak van de Amsterdamse brandweerman, waarbij de Centrale Raad oordeelde dat deze niet mag worden ontslagen vanwege het lidmaatschap van de Hells Angels, is niet alleen van belang voor het herstel van het dienstverband tussen de Veiligheidsregio Amsterdam-Amstelland en de brandweerman (hij mag niet worden ontslagen) maar ook voor alle andere personen die lid zijn van de Hells Angels of een andere OMG en waarvan de werkgever oordeelt dat dit lidmaatschap ongewenst zou zijn. De Centrale Raad oordeelt dat dit laatste op zich niet voldoende is voor een ontslag en vereist een op het specifieke geval toegesneden afweging en het bestaan van concrete gedragingen van de zijde van de ambtenaar die in verband staan met criminele activiteiten.
Tevens is deze uitspraak van belang omdat de Centrale Raad in rechtsoverweging 3.6 van de uitspraak overweegt dat “niet alle OMG’s over één kam kunnen worden geschoren en dat ook niet kan worden gezegd dat alle outlawbikers, charters of clubs crimineel actief zijn”. Dat wil zeggen dat, zolang van een onherroepelijk verband van een dergelijke OMG geen sprake is, de enkele constatering van het lidmaatschap zonder deze concrete gedragingen niet tot ontslag kunnen leiden.
Voorts is van belang dat uit deze uitspraak in rechtsoverweging 3.6 kan worden afgeleid dat zolang de verbodenverklaring van de betreffende OMG nog niet onherroepelijk is geworden, het de betreffende persoon (in casu de brandweerman) vrijstaat om zijn activiteiten in naam van Hells Angels voort te zetten en in het openbaar de colors van de Hells Angels te dragen. De Centrale Raad acht hierbij van belang dat in een dergelijke situatie geen beperkingen in de vrijheid van vereniging en vergadering, als zijnde belangrijke grondrechten, toelaatbaar zijn.
Amsterdam, 1 juli 2021
Raadslieden van de brandweerman, C.J. Knoops-Hamburger en G.G.J.A. Knoops
Read MorePersbericht Knoops’ advocaten inzake Julio Poch: eerste reactie op conclusies Commissie Machielse
De heer Poch heeft met verbazing kennis genomen van het rapport dat vandaag is uitgebracht door de commissie onder leiding van prof. Machielse, die op verzoek van de Minister van Justitie en Veiligheid onderzoek heeft verricht naar het dossier van onze cliënt de heer J.A. Poch.
Als raadslieden van de heer Poch benadrukken wij allereerst dat dit onderzoek geheel los staat van de civielrechtelijke procedure die namens de heer Poch al in 2018 is opgestart wegens onrechtmatig overheidsoptreden. Als gevolg van het door de Minister ingestelde onderzoek is de informatievoorziening in deze zaak twee jaar lang tot stilstand gebracht. Met verwijzing naar het door de Minister ingestelde onderzoek werd zelfs de Tweede Kamer stukken onthouden waar zij expliciet en met ruime meerderheid om had verzocht.
Tot op heden is ons geen enkel inzicht geboden in welke stukken aan de Commissie zijn verstrekt en welke onderzoeksmethode is gehanteerd. Namens de heer Poch is er van meet af aan voor gewaarschuwd dat dit onderzoek – waar behalve de Minister niemand om gevraagd heeft – een rechtstreekse doorkruising zou kunnen betekenen voor de lopende rechtszaak.
Deze zorgen zijn met het uitbrengen van dit rapport bewaarheid geworden, nu moet worden vastgesteld dat de Commissie de onderzoeksopdracht van de Minister, (Kamerstukken II, 2018-19, aanhangsel 1706) te buiten is gegaan door zich niet alleen uit te laten over de compleetheid van het dossier en de feitelijke gang van zaken rondom het opzetten van de Spanje-constructie, maar zelfs (ongevraagd) over de rechtmatigheid van het optreden van het OM. Een dergelijk juridisch oordeel dient in een rechtsstaat niet aan een ambtelijke commissie, maar aan een onafhankelijke rechter te zijn voorbehouden, in het kader van een openbaar, transparant en eerlijk proces.
Daar komt bij dat het rapport meerdere elementen bevat die aantoonbaar onjuist en/of onbegrijpelijk zijn. Een aantal voorbeelden hiervan is:
- Hoewel de Commissie in haar rapport de noodzaak om de zaak grondig te onderzoeken benadrukt, gaat zij er volstrekt aan voorbij dat het Nederlandse opsporingsonderzoek uit weinig meer bestond dan het tweemaal horen van één en dezelfde hearsay-getuige. Een deugdelijk opsporingsonderzoek heeft nu juist nooit plaatsgevonden. Ook gaat de Commissie eraan voorbij dat in het rechtshulpverzoek van het Nederlandse OM van juli 2008 aan Argentinië deze hearsay-getuige onjuist en misleidend is geciteerd en het juist dit rechtshulpverzoek is geweest waardoor de heer Poch (die tot dan toe volstrekt onbekend was in relatie tot het ESMA-proces) voorwerp van onderzoek werd in Argentinië;
- Nederland had wel degelijk een juridische mogelijkheid om te kiezen voor berechting in Nederland, gelet op de ruime rechtsmacht die Nederland toekwam op grond van de Wet internationale misdrijven. Niets had voor het Nederlandse OM in de weg gestaan aan een deugdelijk onderzoek met het oog op eventuele berechting in Nederland;
- Uit de recente getuigenverhoren bij de rechtbank Rotterdam is eens temeer gebleken dat het verstrekken van de vluchtgegevens van de heer Poch tot doel had om een (door het Verdrag verboden) uitlevering te bewerkstelligen. Deze Spanje-constructie was bovendien door Nederland zelf voorgesteld aan Argentinië, zo blijkt uit meerdere bewijsstukken. Daardoor is de heer Poch rechtsbescherming onthouden die in een uitleveringsprocedure aan iedere Nederlander toekomt. Dit klemt temeer nu ook de Commissie klaarblijkelijk aanneemt dat zich in Argentinië ‘het’ bewijsmateriaal tegen de heer Poch zou hebben bevonden, hetgeen volstrekt onjuist is gebleken;
- Het gevolg geven aan het verzoek tot het verstrekken van de vluchtgegevens, die het OM via een anonieme getuige zou hebben gekregen, werd door het Ministerie niet gezien als een verplichting (en was bovendien geen verplichting), maar was juist ingegeven door een politieke belangen- en risicoafweging. Dit volgt ook uit de analyses van meerdere (strafrechts-)deskundigen;
- De heer Poch beschikt over (notariële) verklaringen waaruit blijkt dat de Minister, anders dan de Commissie stelt, wel degelijk persoonlijk aanwijzingen had gegeven in het kader van het opsporingsonderzoek;
- De Commissie laat zich voorstaan op een zogenaamde uitgebreide feitenreconstructie. Echter: vastgesteld moet worden dat de heer Poch noch zijn advocaten ooit door de Commissie zijn benaderd met het verzoek om stukken of het verzoek om de heer Poch te ondervragen, dit terwijl wij beschikken over cruciale bewijsmiddelen die wel degelijk het onrechtmatig karakter van het handelen van de Nederlandse Staat aantonen.
Nu een oordeel over de rechtmatigheid van het overheidsoptreden in een rechtsstaat enkel en alleen dient te worden uitgesproken door de rechter, zal de juridische procedure tegen de Nederlandse Staat onverkort worden doorgezet totdat recht is geschied voor Julio Poch.
Knoops’ advocaten
Amsterdam, 1 februari 2021
G.G.J.A. Knoops
P. van der Vegt
C.J. Knoops-Hamburger
Persbericht Knoops’ advocaten inzake Marco Kroon
Heden, 23 december 2020, is door majoor Marco Kroon beroep in cassatie ingesteld tegen de uitspraak van de militaire kamer van het Gerechtshof Arnhem d.d. 17 december 2020. Ofschoon majoor Kroon door het gerechtshof is vrijgesproken voor de verdenking op schennis der eerbaarheid, is hij wel veroordeeld voor mishandeling alsmede voor belediging van de politieagente. Na nadere bestudering van het arrest van het hof is de verdediging van majoor Kroon tot de conclusie gekomen dat het hof in deze uitspraak op meerdere punten onvoldoende is ingegaan op een aantal verweren van de verdediging, alsmede de veroordeling wegens belediging in strijd is met de bestaande jurisprudentie op dit punt. Majoor Kroon hoopt dat de Hoge Raad in cassatie alsnog zal oordelen dat het hof op een aantal verweren had moeten ingaan, waaronder het feit dat tijdens zijn arrestatie er in strijd is gehandeld met de regeling Geweldsbeheersing politie, waardoor hij blijvend letsel aan zijn handen heeft overgehouden. Dit geldt ook voor het verweer dat hij geen opzet heeft gehad op mishandeling van de politieagent die hem boeide.
Read MoreUitspraak hoger beroep Hells Angels
Het hof Arnhem-Leeuwarden heeft vandaag uitspraak gedaan in de hoger beroep zaak van de Hells Angels.
Het OM heeft in mei 2018 gevorderd dat een drietal entiteiten van de Hells Angels in Nederland worden verboden. Dit betreffen de Hells Angels Motorcycle Club (HAMC), Hells Angels Motorcycle Club Holland (HAMC Holland) en Hells Angels Motorcycle Corporation (HAM Corporation) in Nederland worden verboden.
De Rechtbank sprak op 29 mei 2019 een verbod uit ten aanzien van deze drie aangeschreven entiteiten en oordeelde dat alle Hells Angels in Nederland niet meer actief mochten zijn. Dit verbod werd direct uitvoerbaar verklaard en raakte ook de achttien individuele afdelingen van de Hells Angels: de zogenaamde Nederlandse charters.
Tegen deze rechtbankuitspraak werd hoger beroep ingesteld.
Het Hof oordeelde vandaag dat zij het verbod van HAMC Holland en HAMC in stand laat, maar dat toewijzing van het verzoek uitsluitend de rechtspersoon raakt ten aanzien van wie het verzoek is gedaan. In onderhavige zaak heeft het OM enkel de informele vereniging HAMC Holland naast HAMC in rechte betrokken, maar niet de achttien individuele charters van de Hells Angels. Om die reden raakt de verbodenverklaring dus niet de individuele charters waarvan het Hof vaststelt dat dit bestendige organisaties zijn met ieder een eigen bestuur, clubhuizen, clubavonden en eigen onderscheidingstekens.
Daarnaast heeft het hof het verzoek van het OM om het verbod direct uitvoerbaar te verklaren afgewezen, omdat de belangen van HAMC Holland en HAMC zwaarder wegen dan het belang van het OM. Dit betekent dat zolang er nog niet is beslist op een eventueel in te stellen rechtsmiddel (cassatie), de uitspraak van het hof niet onherroepelijk is en de verboden nog niet van kracht zijn.
G.G.J.A. Knoops
C.J. Knoops-Hamburger
R.S. van Es